horecaondernemer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: horecaondernemer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ho·re·ca·on·der·ne·mer
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van horeca en ondernemer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | horecaondernemer | horecaondernemers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de horecaondernemer m
- (beroep) iemand die een eigen bedrijf in de horeca heeft
- De horecaondernemer deed goede zaken toen het buiten lekker warm werd.
- ▸ Samen met Koninklijke Horeca Nederland, Jellinek preventie en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid start volgend jaar een voorlichting voor ondernemers, zodat barmedewerkers beter inzicht krijgen in het moment waarop ze moeten stoppen met het schenken van alcohol. Een horecaondernemer mag iemand die dronken is geen alcohol meer schenken; daar zal volgend jaar op worden gecontroleerd. Bij overtreding kan (nu al) de drankvergunning voor een week worden ingetrokken.[1]
Gangbaarheid
- Het woord horecaondernemer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Amsterdam neemt nieuwe maatregelen tegen overlast binnenstad” (Dinsdag 11 december 2018, 18:06), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.