hostellerie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hostellerie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌhɔstɛləˈri/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • hos·tel·le·rie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hostellerie hostellerieën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehostelleriev

  1. (horeca) landelijk gelegen hotel
     Boven op de Kemmelberg zijn een paar fraaie restaurants, de Hostellerie Kemmelberg en In de gouden jaren (met de Belvedère, vanwaarop je tot in Frankrijk kunt kijken).[2]
     Je kunt bij "t Korensant sinds kort overnachten, maar wij houden het bij een bed & breakfast in de sympathieke hostellerie De Broekstermaar bij Pieterburen.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord hostellerie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Middelnederlandsch Woordenboek
  2. Weblink bron
    Eva Berghmans
    “Hangmat en haiku’s in Het Heuvelland” (5 augustus 2023), De Standaard
  3. Weblink bron
    Joep Habets
    “Abrikozensap met een velletje” (15 september 2007) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.