hotelovernachting

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hotelovernachting    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ho·tel·over·nach·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hotelovernachting hotelovernachtingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehotelovernachtingv

  1. het verblijven in een hotel en daar de nacht doorbrengen
    • De hotelovernachting werd een maand van te voren geboekt. 

Gangbaarheid

  • Het woord hotelovernachting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.