houtsnijder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  houtsnijder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hout·snij·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord houtsnijder houtsnijders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dehoutsnijderm

  1. (beroep) beoefenaar van de houtsnijkunst
    • Vroeger werkte een houtsnijder zijn hele leven in één of twee stijlen.[1] 

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord houtsnijder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.