houwer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  houwer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hou·wer
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van de werkwoordstam van houwen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord houwer houwers
verkleinwoord houwertje houwertjes

Zelfstandig naamwoord

dehouwerm

  1. (beroep) iemand die houwt uit steen, sneeuw, etc om een bepaalde vorm te creëren.
  2. kapmes, ploegmes
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord houwer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.