huds

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  huds    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • huds
enkelvoud meervoud
naamwoord huds hudsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de huds v

  1. (verouderd) versleten lap, vod Arch. (1811)
    • Die heel wel maken als zij in de hudsen zijn.[1]. 

Verwijzingen

  1. ↑
    Weiland, P.
    Nederduitsch taalkundig woordenboek. (1807-1811)

Gangbaarheid

  • Het woord 'huds' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • huds
Naar frequentie 129256

Zelfstandig naamwoord

huds

  1. genitief onbepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van hud

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / hʉːds /
Woordafbreking
  • huds
Naar frequentie 139868

Zelfstandig naamwoord

huds

  1. genitief onbepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van hud

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • huds
Naar frequentie 174012

Zelfstandig naamwoord

huds

  1. genitief onbepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van hud
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.