huidvliegers

Uitspraak

• Geluid:  huidvliegers    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈhœytfliɣərs / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• huid·vlie·gers

Woordherkomst en -opbouw

• huidvlieger met uitgang -s

Zelfstandig naamwoord

de huidvliegers mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord huidvlieger

   ▸ Huidvliegers kunnen afstanden van 60 meter tussen bomen zweven met behulp van hun patagium (zweefhuid).^[1]

2. meervoudsvorm als officiële benaming (zoogdieren) een orde Dermoptera  van zoogdieren die zweefvluchten kunnen maken met gespannen vel tussen nek, poten, vingers en staart

   ▸ De ouderdom van huidvliegers is moeilijk te bepalen, omdat ze weinig levende verwanten hebben.^[2]

Gangbaarheid

• Het woord 'huidvliegers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen