huidvlieger
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: huidvlieger (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhœytfliɣər / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- huid·vlie·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellend afgeleid van huid zn en vliegen ww met het achtervoegsel -er als leenvertaling van Latijn Dermoptera dat is gevormd uit Oudgrieks δέρμα (dérma) "huid" en πτερᾰ́ (pterá) "vleugels" en verwijst naar het vel tussen nek, poten, vingers en staart waarmee deze dieren zweefvluchten maken
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | huidvlieger | huidvliegers |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de huidvlieger m
- (dierkunde) benaming voor dieren uit de taxonomische groep (orde) Dermoptera , die alleen nog voorkomen in de regenwouden van Zuidoost-Azië
- ▸ De eerste halfapen en apen zijn waarschijnlijk in Azië ontstaan, niet in Afrika. Dat concluderen biologen uit de verwantschap van apen met de in Azië levende huidvlieger (een verre verwant van de aap) en het spookdiertje (een aapje).[1]
Hyponiemen
- zie de categorie: Huidvliegers in het Nederlands
Gangbaarheid
- Het woord 'huidvlieger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Nieuwe stamboom laat zien dat aap echt uit Azië kwam” (18 maart 2011) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.