huiswerkcontrole

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  huiswerkcontrole    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • huis·werk·con·tro·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huiswerkcontrole huiswerkcontroles
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehuiswerkcontrolev/m

  1. het nakijken van het huiswerk door de docent. Is het huiswerk gemaakt? Hoe is de kwaliteit van het huiswerk?
    • Omdat de cursisten het huiswerk niet maakten ging de docent huiswerkcontroles invoeren. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'huiswerkcontrole' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.