humorloos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  humorloos    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hu·mor·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen humorlooshumorlozerhumorloost
verbogen humorlozehumorlozerehumorlooste
partitief humorlooshumorlozers-

Bijvoeglijk naamwoord

humorloos

  1. zonder humor
    • De chagrijnige, oude, humorloze man kon om geen enkel grapje lachen. 
    • Zijn vrienden weten dat er nu een schoffering op handen is van alle humorloze betweters. ‘Twintig jaar geleden adviseerde de dokter me om te stoppen met drinken. ‘Oké’, zei ik. ‘Daar stem ik mee in. Maar dan blijf ik wel roken.’ [1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord humorloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.