idiolect

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  idiolect    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • idio·lect
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Grieks [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord idiolect idiolecten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetidiolecto

  1. (taalkunde) het taalgebruik van één individu
     Sun Ra: Avant-garde jazzmusicus die claimde dat hij helemaal niet van Birmingham, Alabama kwam, maar van Saturnus. In diens onnavolgbare idiolect: 'Space is the place!'[2]
     Heel extreem kun je zeggen: „Ieder mens spreekt zijn eigen dialect.” Daar is een begrip voor: het idiolect.”[3]

Gangbaarheid

  • Het woord idiolect staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
30 %van de Nederlanders;
29 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. idiolect op website: Etymologiebank.nl
  2. Weblink bron
    Rob van Scheers
    “Star Wars, E.T., Kuifje: De 20 beste 'space-uitingen' aller tijden” (21-12-2011), Tubantia
  3. Weblink bron
    René Zeeman
    “Dr. Cor van Bree: ieder mens spreekt zijn eigen dialect” (26-11-2013), Reformatorisch Dagblad
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.