ilo

Esperanto

Uitspraak
  • Geluid:  ilo    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈilo/
Woordafbreking
  • i·lo

Zelfstandig naamwoord

ilo

  1. gereedschap

Toki Pona

Uitspraak
  • Geluid:  ilo    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈilo/
Woordafbreking
  • i·lo
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

ilo

  1. gereedschap, apparaat, machine, instrument

Werkwoord

ilo

  1. gebruiken
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.