imkerij

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  imkerij    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • im·ke·rij
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van imker met het achtervoegsel -ij
1 enkelvoud meervoud
naamwoord imkerij imkerijen
verkleinwoord imkerijtje imkerijtjes
2 enkelvoud meervoud
naamwoord imkerij -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deimkerijv

  1. (beroep) een bedrijf dat zich toelegt op de bijenteelt
    • Er is daar een imkerij gevestigd. 
  2. het houden van bijen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord imkerij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.