immergroen

Nederlands

Woordafbreking
  • im·mer·groen
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen immergroen
verbogen immergroene
partitief immergroens

Bijvoeglijk naamwoord

immergroen

  1. (plantkunde) groen loof dragend dat niet afvalt
    • In het Middellandse Zeegebied komen veel immergroene bomen en struiken voor. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'immergroen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie


Afrikaans

Bijvoeglijk naamwoord

immergroen

  1. (plantkunde) altijdgroen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.