impasse

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  impasse    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • im·pas·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘moeilijkheid zonder oplossing’ voor het eerst aangetroffen in 1903 [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord impasse impasses
impassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deimpassev

  1. een vastgelopen situatie die moeilijk is op te lossen
    • De Griekse schuldencrisis is wederom in een impasse terecht gekomen. 

Gangbaarheid

  • Het woord impasse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
impasse impasses

Zelfstandig naamwoord

impasse

  1. impasse
Synoniemen

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  impasse    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɛ̃.pas/
Woordherkomst en -opbouw
  • van passe met het voorvoegsel im-
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  impasse     l'impasse     impasse     les impasse  

Zelfstandig naamwoord

impasse v

  1. impasse
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.