implante

Frans

Werkwoord

vervoeging van
implanter

implante

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van implanter
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van implanter
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van implanter


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • im·plan·te
enkelvoud meervoud
implante implantes

Zelfstandig naamwoord

implante m

  1. (medisch) implantaat, inplant
Verwante begrippen
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
implantar

implante

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van implantar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van implantar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van implantar

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.