impressie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  impressie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • im·pres·sie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘indruk’ voor het eerst aangetroffen in 1575 [1]
  • Naamwoord van handeling van impressioneren met het achtervoegsel -ie
  • afgeleid van het Franse impression of daarvoor van het Latijnse 'impressiō'
enkelvoud meervoud
naamwoord impressie impressies
verkleinwoord impressietje impressietjes

Zelfstandig naamwoord

deimpressiev

  1. de uitwerking van iets op het gemoed of de geest, de indruk
    • Mijn eerste impressie van het schilderij was dat het dramatisch slecht was. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord impressie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.