improvisator

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  improvisator    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • im·pro·vi·sa·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord improvisator improvisatoren
improvisators
verkleinwoord improvisatortje improvisatortjes

Zelfstandig naamwoord

deimprovisatorm

  1. iemand die improviseert
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord improvisator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.