in- en infatsoenlijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  in- en infatsoenlijk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɪn ɛn ˈɪɱfɑtsunlək/
Woordafbreking
  • in- en in·fat·soen·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen in- en infatsoenlijk--
verbogen in- en infatsoenlijke--

Bijvoeglijk naamwoord

in- en infatsoenlijk

  1. uiterst keurig
    • De mannen in haar familie waren zo in- en infatsoenlijk, en dat was soms een nadeel. [1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'in- en infatsoenlijk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.