inbedden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inbedden    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɪmbɛdə(n)/
Woordafbreking
  • in·bed·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inbedden
bedde in
ingebed
zwak -d volledig

Werkwoord

inbedden

  1. overgankelijk een plaats geven als onderdeel
  2. overgankelijk een goed beklede plaats geven
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
inbedden

inbedden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inbedden
    • ...dat wij inbedden. 
    • ...dat jullie inbedden. 
    • ...dat zij inbedden. 

Gangbaarheid

  • Het woord inbedden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.