inblandad

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordherkomst en -opbouw
  • Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Zweedse werkwoord inblanda
Naar frequentie 1900
A: nominatief stellend vergrotend overtreffend
onbepaald /
sterk
g enkelvoud inblandad - -
o enkelvoud inblandat
meervoud inblandade
bepaald / zwak
alle vormen inblandade - -
bep. enkelvoud bij een
mannelijke persoon of
een mannelijk dier ook:
-
B: genitief stellend vergrotend overtreffend
onbepaald /
sterk
g enkelvoud inblandads - -
o enkelvoud inblandats
meervoud inblandades
bepaald / zwak
alle vormen inblandades - -
bep. enkelvoud bij een
mannelijke persoon of
een mannelijk dier ook:
-

Bijvoeglijk naamwoord

inblandad

  1. betrokken, geïnvolveerd, verstrikt, verwikkeld
    «Dessutom var han från början inte inblandad
    Bovendien was hij in de eerste instantie niet betrokken.
Antoniemen
  • oinblandad
Verwante begrippen

Werkwoord

inblandad

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van inblanda
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.