inbranden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inbranden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·bran·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inbranden
brandde in
ingebrand
zwak -d volledig

Werkwoord

inbranden

  1. ergatief beschadigd raken door te lange blootstelling aan hitte, straling of bijtende stoffen
    • De rotor was helemaal ingebrand. 
  2. ergatief beschadigd raken door het te lang vertonen van hetzelfde beeld
    • Die monitor brandt in, als je dat beeld er alsmaar op laat staan. 
  3. overgankelijk gebruiksklaar maken door blootstelling aan hitte, straling of bijtende stoffen
    • Deze wok moet nog ingebrand worden. 
  4. met een brandijzer merken
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord inbranden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.