inbrengen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inbrengen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·bren·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inbrengen
bracht in
ingebracht
zwak -cht volledig

Werkwoord

inbrengen [1]

  1. overgankelijk naar binnen brengen
  2. overgankelijk bijdragen aan een gezamenlijke pot, doel of spel
  3. overgankelijk voorstellen
  4. overgankelijk onder de grond brengen
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

deinbrengenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord inbreng

Gangbaarheid

  • Het woord inbrengen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.