inclusie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inclusie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·clu·sie
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van includeren met het achtervoegsel -ie
  • afgeleid van het Franse inclusion of daarvoor van het Latijnse 'inclusio'
enkelvoud meervoud
naamwoord inclusie inclusies
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deinclusiev

  1. insluiting
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord inclusie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.