inclusie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inclusie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·clu·sie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van includeren met het achtervoegsel -ie
- afgeleid van het Franse inclusion of daarvoor van het Latijnse 'inclusio'
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inclusie | inclusies |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de inclusie v
Antoniemen
Afgeleide begrippen
- inclusie-exclusie, inclusief
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord inclusie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inclusie" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.