infotheek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: infotheek (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɪɱfoˈtek / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- in·fo·theek
Woordherkomst en -opbouw
- kofferwoord gevormd uit informatie zn en bibliotheek zn , ook op te vatten als afgeleid van info zn met het achtervoegsel -theek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | infotheek | infotheken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de infotheek v
- plaats waar men inlichtingen uit een verscheidenheid van soorten bronnen kan krijgen
Vaak op te vatten als een soort bibliotheek die ook tijdschriften, documentatie, audio-visueel materiaal of digitale media aanbiedt.- ▸ Door de ontwikkeling van informatietechnologie is de grens tussen bibliotheek en documentatie-instelling vervaagd: de media-, video- en infotheek vormen daarvan het voorbeeld.[1]
- ▸ Sinds kort worden er in De Brakke Grond ook boeken gepresenteerd. (…) Op dit ogenblik werkt men bovendien aan een infotheek, waar de belangrijkste Vlaamse en algemeen-Nederlandse culturele tijdschriften ter inzage komen te liggen maar ook naslagwerken en informatiebrochures over Vlaanderen beschikbaar zullen zijn.[2]
Gangbaarheid
- Het woord infotheek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron P.J. Verkruijssebibliotheek-1 in:G.J. van Bork e.a.Letterkundig lexicon voor de neerlandistiek. (2002)
- ↑ Weblink bron Dirk van AsscheTaal- en cultuurpolitiek : Het Vlaams Cultureel Centrum De Brakke Grond in: Ons Erfdeel., jrg 37 nr. 1 (januari/februari 1994), Stichting Ons Erfdeel, Rekkem / Raamsdonksveer, p. 140
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.