ingeel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ingeel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɪŋɣel/
Woordafbreking
  • in·geel
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ingeel--
verbogen ingele--

Bijvoeglijk naamwoord

ingeel

  1. erg geel
    • Het blauw-wit van het geveltje onder de bomen scheen me niet scherp genoeg, het speieren van de zon, ingeel, gloeiend op de koornvelden, kwam me flauw voor en afgevaald [1]
Opmerkingen

Er bestaat geen vergrotende of overtreffende trap, maar er is wel een nog verder versterkte vorm: in- en ingeel.

Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'ingeel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.