ingenomenheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ingenomenheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·ge·no·men·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ingenomenheid ingenomenheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deingenomenheidv

  1. goedkeurende gezindheid
     Maar nu luisterde hij voor de eerste maal met ingenomenheid naar deze woorden en hij trachtte ze niet in zichzelf te weerleggen.[2]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ingenomenheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.