inheet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inheet (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɪnhet/
Woordafbreking
- in·heet
Woordherkomst en -opbouw
- intensiverende afleiding van heet (bijvoeglijk naamwoord) met in- (versterkend voorvoegsel)[1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | inheet | - | - |
verbogen | inhete | - | - |
Bijvoeglijk naamwoord
inheet
- buitengewoon heet
- (...) ze legt een blok hout in de vlammen, het houtjesbouwwerk stort in, vonkenregen, nog een blok hout, zo, klaar, tawa op de kachel, wordt maar lekker inheet. [2]
Opmerkingen
Er bestaat geen vergrotende of overtreffende trap, maar er is wel een nog verder versterkte vorm: in- en inheet.
Hyponiemen
- (intensivering) in- en inheet
Gangbaarheid
- Het woord 'inheet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "INHEET" in Malssen, P.J. vanVan Dale's groot woordenboek der Nederlandsche taal 5e druk (1914); p. 839; geraadpleegd 2015-07-26
- ↑ Berentschot, I.NOP (2010) Eigen publicatie; p. 283; geraadpleegd 2015-07-26
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.