inhuren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inhuren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɪnhyrə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • in·hu·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inhuren
huurde in
ingehuurd
zwak -d volledig

Werkwoord

inhuren

  1. overgankelijk iemand tijdelijk in dienst/iets tijdelijk in gebruik nemen
    • Er werden direct extra werkkrachten ingehuurd. 

Gangbaarheid

  • Het woord inhuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.