injecteur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  injecteur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·jec·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord injecteur injecteurs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

injecteur

  1. apparaat dat iets kan injecteren
Afgeleide begrippen
  • injecteurcondensor

Gangbaarheid

  • Het woord 'injecteur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.