inkijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inkijk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɪŋkɛik/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • in·kijk
Woordherkomst en -opbouw
  • zn: naamwoord van handeling van  inkijken ww  (zonder de uitgang -en) [1]
  • ww:  inkijken ww  zonder de uitgang -en
enkelvoud meervoud
naamwoord inkijk -
verkleinwoord inkijkje inkijkjes

Zelfstandig naamwoord

deinkijkm

  1. mogelijkheid om van buitenaf de binnenkant te zien
  2. (pregnant) lage uitsnijding van kleding, die vrouwenborsten opvallend zichtbaar maakt
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
inkijken

inkijk

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inkijken
    • ... dat ik inkijk. 

Gangbaarheid

  • Het woord inkijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.