inprenten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inprenten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·pren·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inprenten
prentte in
ingeprent
zwak -t volledig

Werkwoord

inprenten

  1. diep in het geheugen vastleggen
    • Hij had vaders raad goed ingeprent. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord inprenten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Middelnederlands

Werkwoord

inprenten

  1. er een indruk op maken, er een stempel op zetten[1]
Schrijfwijzen
  • inprinten
  • ynprenten
Overerving en ontlening

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.