insluiper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  insluiper    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·slui·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord insluiper insluipers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deinsluiperm

  1. een 'inbreker' die niets heeft hoeven te beschadigen om een pand binnen te komen
    • In de haven van Rotterdam heeft de politie de afgelopen twee dagen grootschalige zoekacties uitgevoerd. Bij de douane waren signalen binnengekomen dat partijen drugs aanwezig zouden zijn in de lading van een containerschip. Honderdvijftig containers met gedroogd fruit zijn doorgelicht, waarvan sommige met drugshonden. Tien mensen zijn in de afgelopen twee dagen gearresteerd. Een douanewoordvoerder bevestigt dat na initiële berichtgeving in De Telegraaf. Of er meer dan driehonderd kilo cocaïne is aangetroffen zoals het dagblad ook meldt, wil de woordvoerder niet bevestigen. Evenmin of er in de voorgaande week meerdere ‘insluipers’ op de haven gesignaleerd zijn, zoals De Telegraaf bericht. Dat er in zo’n korte tijd honderdvijftig containers doorzocht zijn, is volgens de douanewoordvoerder “bijzonder”. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord insluiper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.