insneeuwen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  insneeuwen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·sneeu·wen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
insneeuwen
sneeuwde in
ingesneeuwd
zwak -d volledig

Werkwoord

insneeuwen

  1. onpersoonlijk van sneeuw binnendringen in de woning
    • Het sneeuwt in door die kier naast de deur. 
  2. ergatief door sneeuw van de buitenwereld afgesneden raken
    • Ze waren ingesneeuwd in die skihut in de plotselinge sneeuwstorm. 

Gangbaarheid

  • Het woord insneeuwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.