instromen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  instromen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·stro·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
instromen
stroomde in
ingestroomd
zwak -d volledig

Werkwoord

instromen [1]

  1. ('stromend') ergens binnenkomen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

deinstromenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord instroom

Gangbaarheid

  • Het woord instromen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.