interpreter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  interpreter    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·ter·pre·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord interpreter interpreters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deinterpreterm

  1. dat wat interpreteert, vertolker
  2. (informatica) computerprogramma dat computerprogramma's vertaalt in een voor de processor begrijpelijke vorm en meteen uitvoert
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'interpreter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.