inverlegen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inverlegen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɪɱvərˌleɣə(n)/
Woordafbreking
  • in·ver·le·gen
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen inverlegen
verbogen inverlegen

Bijvoeglijk naamwoord

inverlegen

  1. heel schuchter
    • Vidnic maakte van het inverlegen ventje een voetballer, die weet wat hij wil. [1]
Synoniemen
Opmerkingen

Er bestaat geen vergrotende of overtreffende trap, maar er is wel een nog verder versterkte vorm: in- en inverlegen.

Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'inverlegen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.