involgen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  involgen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·vol·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

involgen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
involgen
volgde in
ingevolgd
zwak -d volledig
  1. goedkeuren, toestemmen, honoreren, gehoorzamen, instemmen

Gangbaarheid

  • Het woord 'involgen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
49 %van de Nederlanders;
64 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.