inzachte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inzachte (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɪnzɑχtə/
Woordafbreking
- in·zach·te
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van het versterkte bijvoeglijk naamwoord inzacht met de uitgang -e
Bijvoeglijk naamwoord
inzachte
Gangbaarheid
- Het woord 'inzachte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "Zo'n hond" in: Leeuwarder Courant: hoofdblad van Friesland jrg. 213 nr. 281 (30 november 1964); p. 3 kol. 1; geraadpleegd 2015-07-28
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.