inzacht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inzacht (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɪnzɑχt/
Woordafbreking
- in·zacht
Woordherkomst en -opbouw
- intensiverende afleiding van zacht (bijvoeglijk naamwoord) met in- (versterkend voorvoegsel)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | inzacht | - | - |
verbogen | inzachte | - | - |
Bijvoeglijk naamwoord
inzacht
- met minimale kracht, heel behoedzaam
- En toen hefte er eene haar stemme uit; fijn, inzacht, vreemd en beroerend, en al de anderen vielen dan bij (...) [1]
Opmerkingen
Er bestaat geen vergrotende of overtreffende trap, maar er is wel een nog verder versterkte vorm: in- en inzacht.
Hyponiemen
- (intensivering) in- en inzacht
Gangbaarheid
- Het woord 'inzacht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Scheirs, J."Kaduin" in: Dietsche Warande en Belfort. jrg. 22 nr. 4 (april 1922) N.V. Het Vlaamsche Land/R.K. Boekencentrale, Antwerpen; p. 450; geraadpleegd 2015-07-26
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.