ironisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ironisch    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • iro·nisch
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ironischironischer
verbogen ironischeironischere
partitief ironischironischers-

Bijvoeglijk naamwoord

ironisch

  1. iets in een merkwaardig of lachwekkend daglicht stellend
    • Zijn ironische opmerking maakte het moeilijk ons gezicht in de plooi te houden. 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord ironisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.