itereren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  itereren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ite·re·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Franse itérer (met het achtervoegsel -eren)
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
itereren
itereerde
geïtereerd
zwak -d volledig

Werkwoord

itereren

  1. overgankelijk herhalen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord itereren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
40 %van de Nederlanders;
50 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.