repetir
Catalaans
stamtijd | ||
---|---|---|
tegenw. tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
repeteixo | repetia | repetit |
3e vervoeging | volledig |
Werkwoord
repetir
Spaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- re·pe·tir
Werkwoord
repetir
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
repetir |
repetía |
repetido |
volledig |
- onovergankelijk oprispen, opbreken, oprispingen veroorzaken
- overgankelijk herhalen, itereren
- overdoen, blijven zitten
- nadoen
Verwante begrippen
- repesca, repetición, repidamente, repetido, repetidor, repidora, repetirse
Synoniemen
- [1] eructar
- [4] imitar
Verwijzingen
- repetir in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.