jím
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /jiːm/
Woordafbreking
- jím
Persoonlijk voornaamwoord
jím
- hem; instrumentalis enk van hij
Synoniemen
- ním
Persoonlijk voornaamwoord
jím
- hem; instrumentalis enk van het
Synoniemen
- ním
Werkwoord
jím
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord jíst
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.