janus

Niet te verwarren met: Janus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  janus    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ja·nus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord janus janussen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dejanusm

  1. onbetrouwbaar persoon
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord janus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.