janus
Niet te verwarren met: Janus |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: janus (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ja·nus
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn Janus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | janus | janussen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de janus m
- onbetrouwbaar persoon
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord janus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "janus" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.