jap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jap    (hulp, bestand)
  • IPA: /'jɑp/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • jap
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘pejoratief voor Japanner’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1926 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord jap jappen
japs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dejapm

  1. Japanner

Gangbaarheid

  • Het woord jap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
52 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.