jeannette

Niet te verwarren met: Jeanette

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jeannette    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • jean·net·te
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans
enkelvoud meervoud
naamwoord jeannette jeannetten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dejeannettem

  1. (scheldwoord) homofiele man
     Ook een ander homokoppel dat in hetzelfde gebouw in de Scandinaviëstraat woont, is burgerlijke partij in de zaak. ‘Zij worden op niet-aflatende wijze uitgemaakt voor vuile homo’s en jeannetten. Ook zij zijn herhaaldelijk bespuwd door mevrouw’, aldus de advocaat.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord jeannette staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    cma
    “Parket vraagt celstraf voor duo dat Gents homokoppel in elkaar sloeg” (28/11/2018), De Standaard
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.