jeans

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jeans    (hulp, bestand)
  • IPA: /dʒins/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • jeans
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘spijkerbroek’ voor het eerst aangetroffen in 1954 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord jeans jeans
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dejeansm [3]

  1. bijzonder sterke, gekeperde katoenen stof, spijkerstof
  2. spijkerbroek
     Om eruit te zien als een yank moest je echte Amerikaanse jeans hebben.[4]

Gangbaarheid

  • Het woord jeans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.