joet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  joet    (hulp, bestand)
  • IPA: /jut/
Woordafbreking
  • joet
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘tientje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1899 [1]
  • Herkomst: Bargoens [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord joet joets
joeten
verkleinwoord joetje joetjes

Zelfstandig naamwoord

dejoetv/m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) tien
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) tientje
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord joet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
11 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.