junta
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: junta (hulp, bestand)
- IPA: / ˈxunta / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- jun·ta
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | junta | junta's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de junta v / m
Gangbaarheid
- Het woord junta staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "junta" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ junta op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Revius, J. (ed. W.A.P. Smit)"Vreugden-Rey (1632)" in: Over-Ysselsche sangen en dichten deel 2 (1935) Uitgeversmaatschappij Holland, Amsterdam; p 130 r. 34; geraadpleegd 2019-03-17
- ↑ Hoopvolle processen tegen de straffeloosheid van potentaten (30 november 2017) op website nrc.nl; geraadpleegd 2019-03-17
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Spaans
enkelvoud | meervoud |
---|---|
junta | juntas |
Zelfstandig naamwoord
junta v
Bijvoeglijk naamwoord
junta
- vrouwelijk enkelvoud van junto
Werkwoord
vervoeging van |
---|
juntar |
junta
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.